62 STAT.] MULTILATERAL-CARIBBEAN COMMISSION-OCT. 30, 1946 2641 eenige andere, buiten de Commissie staande autoriteit. Zij zullen zich onthouden van elke handeling, welke onvereenigbaar is met hun positie van internationaal ambtenaar, die alleen aan de Commissie verantwoor-elijk is. 6. Elk Lid verplicht zich het uitsluitend internationale karakter der verantwoordelijkheden var den Secretaris-Generaal en het personeel te eerbiedigen en niet te trachten hen in de vervulling van hunne verantwcordelijke taak te belnvloeden. 7. Elk Lid verplicht zich, voor zoover zijn grondwette- lijke bepalirgen zulks toelaten, aan den Secretaris-Generaal en het daarvoor in aarmerking komende personeel van het Cen- traal Secretariaat die voorrechten en immuniteitbn toe te ken- nen, welke noodig zijn voor de onafhankelijke uitvoering van hun taak, daarbij inbegrepen de onschendbaarheid van de gebou- wen en archieven van het Centraal Secretariaat. De Commissie zal aanbevelingen doen nopens het vastleggen der bijzonderhe- den voor de toepassing van het in dit'lid bepaalde, of kan aan de Leden voorstellen zulks bij verdrag te regelen. Artikel XV. Financien. 1. De salarissen, toelagen en uitgaven van verschillenden aard van de Commissarissen en hun personeel, en van afgevaardig- den en adviseurs naar de Conferenties zullen worden vastgesteld en betaald door de regeeringen, die hen benoemen. 2. De Secretaris-Generaal zal een jaarlijksche begrooting opstellen en aan de Commlssie voorleggen, alsmede zoodanige aanvullende begrootingen als noodig zullen. zijn ter bestrijding van alle andere uitgaven der Commissie, inbegrepen die van den Raad van Onderzoek, de Conferentie, het Centraa] Secretsriaat,
�
